Kun je je voorstellen dat je in Egypte woont? Je ouders vinden het moeilijk om een goede baan te vinden, omdat veel werkgevers liever geen christenen in dienst nemen. Hierdoor is er thuis niet zo veel geld.
De meeste van je klasgenoten zijn moslim. Dat is in Egypte heel gewoon. Dat jij christen bent, vinden ze maar een beetje raar. En soms snap je zelf ook niet meer zo goed waarom je christen bent. Want als je om je heen kijkt, lijkt het alsof moslim zijn eigenlijk wel handig is: dan hebben je ouders wél een goede baan en is er wél genoeg geld.
Maria weet precies hoe dit is, want zij woont in Egypte. Gelukkig kan ze naar een project waar ze christelijk onderwijs ontvangt. Daar hoort ze meer over God, Jezus en de Heilige Geest. Ze leert er op God te vertrouwen. Ook leert ze hoe ze in Jezus kan blijven geloven, terwijl haar klasgenoten dat niet doen.
Aan het eind van het schooljaar kregen Maria en alle andere kinderen van het project een schooltas. "Ik was zo blij", vertelt Maria. "Ik kreeg tranen in mijn ogen en kon even niets meer zeggen. Ik heb de juf van het project een hele dikke knuffel gegeven. Ik wilde graag een schooltas, maar mijn ouders konden dat niet betalen. Nu hebben mijn broer en ik allebei een schooltas!"